Kamelen en zand

Zijn zojuist weer in het hotel gearriveerd na onze kamelenrit.
Gisteren zijn we om één uur vertrokken uit het hotel en met jeeps de woestijn in getrokken.
Het landschap varieert van steenwoestijn tot zandwoestijn, na een half uur rijden bezoeken we het dorp van onze gids.
Hier aangekomen komen alle kinderen weer, zoals gebruikelijk, aangestormd en begroeten ons.
We lopen door naar het huis van de gids, dit is een dorp in het dorp, want hij woont samen met moeder, broers etc.
Iedereen bezit twee huizen, een winterhuis en een zomerhuis te onderscheiden in een stenen dak of een rieten dak.
Het zomerhuis noemen ze de “clay hut”, de wanden zijn van klei en op een houtengeraamte wordt een rieten dak aangebracht.
Het zomerhuis is aanmerkelijk koeler dan het winterhuis.
We drinken de aangeboden chai, sterke thee met kruiden, veel suiker en melk, en bezoeken ook de andere bewoners die ons erg vriendelijk ontvangen.
Vervolgens gaan we verder de woestijn in en bezoeken ook nog een Islamitisch woestijn dorp, de bouwstijl is heel anders en de bevolking is minder vriendelijk en dreigen zelfs met stenen te gooien als we foto’s willen maken.
We houden dit al snel voor gezien en rijden weer verder naar een tweede Hindoestaans dorp waar we weer dezelfde hartelijke ontvangst ondergaan als in het dorp van de gids.
Hierna rijden we nog dieper de woestijn in en komen in een dorp aan wat leeft van de kamelenfok.
Hier stappen we op onze kameel en rijden weer verder de woestijn in, na ongeveer ander half uur stoppen we in een duinpan en hier wordt het kamp voor de nacht ingericht.
We slapen gewoon onder de sterrenhemel op een dunne matrasachtige deken en een dunner exemplaar om onder te liggen.
De gids en de kamelendrijvers beginnen aan het bereiden van onze maaltijd die, zoals gebruikelijk in India, vegetarisch zal zijn.
De maaltijd wordt na ongeveer een uur geserveerd en bestaat uit, een buisvormige op nibbit lijkende gefrituurde snack, Pakora, rijst, daal, linzen en groenten en aardappel in een curry.
We drinken hier ons zelf meegenomen bier bij ter eren van de verjaardag van één van onze reisgenoten.
Na de maaltijd word er black thea and black coffee geserveerd en beginnen de kamelendrijvers muziek te maken op potten, pannen en lege flessen.
De samenzang klinkt geweldig en we worden uitgenodigd om ook liedjes uit Nederland te zingen, het repertoire bestaat uit tulpen uit Amsterdam en meer van dit soort liedjes.
Vervolgens worden de met ons mee reizende twee dames uit zuid India uitgenodigd om ook wat te zingen , maar die zijn te verlegen .
Om tien uur gaan we onze slaapplaats inrichten en naar bed, van slapen komt weinig door allerlei oorzaken zoals, heftige snurkers, reisgenoten die de hele nacht door blijven praten maar dat dan wel doen met oordopjes in tegen de snurkers etc.
Om zes uur staan we op en gaan het hoge duin achter ons op om de zonsopkomst te gaan bekijken.
Na de prachtige zonsopkomst wordt het ontbijt geserveerd, toast met jam, bananen, papaja, mandarijnen en hete koffie of thee.
Nadat de gids en de kamelendrijvers de kampplaats weer hebben afgebroken klimmen we op onze kameel en deinen weer terug naar ons vertrekpunt.
Vervolgens stappen we weer over in de jeeps en rijden terug naar Jaisalmer waar we eerst een douche nemen om al het stof en de kamelenlucht van ons af te spoelen.
Vanmiddag gaan we nog even dwalen in het Gouden Fort en vertrekken dan morgen weer naar onze volgende bestemming.