Graslanden en het Tsewey Klooster

Vanochtend om 03.00 uur gewekt door gierende slijptollen op de bouwplaats achter het hotel
Men loopt achter met de bouw dus men is vanochtend maar wat vroeger begonnen.
Toch maar in bed gebleven tot 07.30 uur en daarna ontbeten.

Om 09.15 vertrekken we naar de nomaden van de graslanden en naar het zwartkappen klooster Tsewey in Gangya.
Onderweg naar het klooster stoppen we bij een heuvel waar op de top gebedsvlaggen staan opgesteld.
Vanaf de top hebben we een mooi uitzicht op het hoge bergmassief richting Tibet waarop de sneeuw te zien is.
We krijgen uitleg van de gids over de regio en de volkeren van het grasland, met name dat de Chinese overheid de nomaden van de hoogvlaktes haalt en een huis geeft om in te wonen.
Men wil zelfs verbieden dat de volkeren in de zomer nog naar de hoogvlaktes gaan en in tenten slaapen.
We krijgen allemaal een windhors in onze handen gedrukt, dat is een pakket van kleine kleurige papiertjes welke je in de lucht moet gooien om voorspoed te vragen, we gooien de papiertjes in de lucht wat een kleurig spektakel oplevert.
Vervolgens lopen we de heuvel weer af op weg naar de wachtende bus, als we wegrijden blokkeert een herderin met een kudde Yak’s de weg, we stappen uit om wat foto’s te maken.
Daarna rijden we door het hooggebergte richting het Tsewey klooster.
We stuiten op een paar Chinese mannen en vrouwen die met vereende krachten een weg aan het aanleggen zijn, emancipatie is hierbij het toverwoord want de vrouwen doen het zelfde werk als de mannen .
Dit gebeurt hoofdzakelijk met spierkracht en een machine om het gestorte beton te vlakken.
We lopen om de werklui heen en wandelen de bergen in, na twee uur lopen waarbij we spectaculaire verggezichten hebben gezien, komen we bij het klooster aan.
De lokale bevolking staat ons al op te wachten want wij zijn de bezienswaardigheid voor hun.
We moeten weer met ze op de foto.
Binnen in het klooster is er een dienst aan de gang, deze keer mogen we gewoon filmen en fotograferen.
De jongste monniken giebelen en dollen tijdens het opzeggen van de mantra’s, het is voor hun ook een vreemde bedoening met al die toeristen om hun heen.
Na het bezichtigen van de diverse tempels worden we uitgenodigd voor een kop thee bij een lokale familie, gelukkig krijgen we gewone thee en niet de lokaal gedronken Yakboter thee.
Het huis is klein maar efficiënt ingericht, het is er bloedheet door de kachel welke wordt gebruikt om het theewater te koken.
We krijgen ook diverse soorten lokaal brood aangeboden, dit smaakt verrukkelijk.
Na afscheid te hebben genomen van onze gastheer wandelen we in 1 uur terug naar ons startpunt, de Chinezen zijn nog niet erg opgeschoten met het aanleggen van de weg.
We rijden met de bus naar een dorpje waar 1 van de gidsen woont en eten daar een lokale Bamisoep welke uitstekend smaakt na zo’n lange wandeling.
We rijden vervolgens weer door de bergen terug naar Xiahe waar we om 18.00 uur aankomen.

Morgen vertrekken we om 09.00 uur voor een zes uur durende busreis naar Langmusi.

Daar zullen we onze verslaglegging voortzetten.